Irrigatie, de kunstmatige bevloeiing van landbouwgrond om gewassen te laten groeien, is noodzakelijk in landen waar van nature niet genoeg regen valt voor de gewassen die er worden verbouwd.
Sommige landen in het Midden-Oosten, zoals Egypte en Oman, zijn voor de landbouwproductie geheel afhankelijk van een goed irrigatiesysteem om voedsel te kunnen verbouwen, maar ook in veel streken waar het minder droog is wordt irrigatie of beregening veelvuldig toegepast om de productieresultaten te verbeteren.
Bij traditionele irrigatiemethoden wordt er water gewonnen uit een waterput of een natuurlijke bron. Dit water wordt naar de landbouwvelden geleid, waarna het water tussen de gewassen wordt gevloeid of over de gewassen wordt beregend.
Percelen waarbij van deze methode gebruik wordt gemaakt zijn vaak voorzien van geulen (oppervlaktekanalen) zodat het water tussen de planten kan stromen en gelijkmatig verdeeld kan worden over de grond.
In de moderne intensieve landbouw wordt gebruikgemaakt van sterk gemechaniseerde systemen waarmee grote gebieden bevloeid of beregend kunnen worden. Voorbeelden van moderne beregeningssystemen zijn sproei-installaties op wielen, draaiende waterkanonnen en van moderne irrigatiesystemen druppelsystemen.